vrijdag 22 april 2011

Martinique en Dominica, 5-20 april 2011

Martinique, hangbrug over de boomtoppen
tonijn zonder koeling

computer op de post naar huis, we hopen er het beste van

Na een vermoeiende maar voorspoedige terugvlucht weer terug op de boot. Genoten van ons bezoek aan Nederland. Twijfel slaat toe, waarom ga je eigenlijk zo ver van zoveel geliefde mensen vandaan. .. Gelukkig lukte het de draad weer op te pakken. Enkele dagen  heel gezellig opgetrokken met Harm en Tineke Kiefte, die  op de boot hadden gepast, terwijl wij in Nederland waren.  Met z’n vieren rondgetoerd in een autootje met airco, en door het gebergte gereden naar de voormalige hoofdstad van het eiland: St Pierre. Begin vorige eeuw werd deze florerende stad door een verwoestende vulkaanuitbarsting  getroffen. Er was enkele dagen tevoren al wat gerommel geweest in de berg, de Monte Pelée. Slechts 8000 mensen hadden de benen genomen. De overige 30.000 zijn bedolven onder de lava en as. Er was, heel curieus, slechts één overlevende. Een gevangene, die achter metersdikke muren in de gevangenis zat. Had zich in leven had weten te houden met wat water, dat langs de celmuur droop. Was   tenslotte door priesters uit een naburig klooster gevonden. De man sleet de rest van zijn dagen als bezienswaardigheid bij het beroemde circus  uit die tijd: Barnum & Bailey.
Langs de kust terug, en ons verwonderd over een enorme helft van een tonijn, die geheel zonder koeling, wel in de schaduw, dat wel, op kopers lag te wachten.Harm en Tineke uitgezwaaid. Daarna opnieuw computermankement: hele zaakje gecrasht. Pakje ervan gemaakt en opgestuurd naar Nederland. Nu verder op de laptop. Maar…. Hebben nu inmiddels ook een Apple laptop, dus hopen ons voorlopig te redden.
afgeschrapte bladeren zouden antibiotische werking hebben
jungle tocht
jub
Victoria Fall, Dominica

gids Gregor
kleindochter van de kok, een complete rasta familie
poseren met de kok, op de achtergrond op tafel een van onze "borden"


Weer op zee naar Dominica tot onze verrukking heuse bultrug walvissen gezien. Klappen met een enorme straart, blazen van stoom, slaan met een enorme voor-flipper op het water... 

Dominica is een verhaal apart.  Het is een hoog groen jungle-eiland. Het is het enige eiland, waar nog Carib-indianen wonen. Ze hebben zich de Fransen en Engelsen heel lang van het lijf weten te  houden, maar werden tenslotte teruggedreven in de bush, waar er nu nog 3000 leven.  De Caribs kwamen  oorspronkelijk vanaf  het Zuid-Amerikaanse vasteland, hebben een veel lichtere huid, sluik haar en een mongoloide oogplooi.  Er zijn nu veel mengingen. Je kunt hen bezoeken, ze maken vlechtwerk. De overige bevolking bestaat uit voormalige slaven afkomstig uit Afrika.  Het eiland is inmiddels zelfstandig. Straatarm. Het toeristen-seizoen is van december-juni, daarna ligt de toeristenindustrie stil, ivm het hurricane-seizoen.  Wij hebben een tochtje gemaakt op de Indian-river, waar Johnny Rep met zijn piraten hun 2e film op hebben genomen. Ook willen we nog naar het Indian territory.
Samen met Tjebbe en Pauli Klein hebben we een taxirit + hike in het zuiden van het eiland gemaakt: hebben ons een weg geklauterd naar een spectaculaire waterval, die met donderend geraas naar beneden kwam. De waterval genereerde minstens windkracht 8. Er was een poel waar je in kon zwemmen, maar je verdween in de nevelen. Het klauteren vergde het uiterste, 4x heen en 4x terug de snelstromende rivier met kleine en grote rollende keien, enorme rotsformaties oversteken. Allemaal goed gegaan. Onze gids was Gregor, wat zwaargebouwd, maar hij trok je moeiteloos de rotsen op, als je voeten geen steuntje konden vinden.
Voor wat betreft het zeilen hier: steeds noordoosten wind. Aan de lijzijde van de eilanden betekent dat motoren, tussen de eilanden: hoog aan de wind varen, maar echt harde wind hebben we tot nu toe niet gehad.