dinsdag 11 december 2012

Comarca Kuna Yala, de San Blas eilanden, Panama



 2012-12-04
Panama, het gebied van de Kuna Yala indianen
We komen net terug met de bijboot van een bezoek aan ongeveer ons tiende indianendorpje. Op de een of andere manier zijn ze allemaal gelijk, maar ook toch weer niet. De meeste zijn gelegen op kleine eilandjes voor de kust.

 






Het vasteland heeft hoge bergen en oerwoud, wat totaal ontoegankelijk is. Het Kuna-gebied is over de weg vanuit Panama City te bereiken: een slechte, bochtige weg, alleen geschikt voor 4W Drive.




Aan de buitenzijde, van zo’n eilandje, als je er in de rondte omheen vaart, ziet het er allemaal gammel en rommelig uit. Kleine hutjes op palen in het water, die als toilet functioneren, of waarin een klein varkentje zit.












Kindertjes spelen onbekommerd in en bij het water. De achterzijde van de huisjes ziet er ook rommelig uit, maar als je langs de voorkant loopt zijn er keurige straatjes, van zand, De muren van de huisjes van bamboeschermen, met daken van palmbladeren, hier en daar een soort toonbank, dat is dan een winkeltje. Stel je niet teveel voor van de waren, die je er kopen kunt: blikjes, rijst, pasta, uien, dat is er meestal wel. Maar je boft als er enkele tomaten liggen, of komkommers, of paprika’s, of wortelen. Ook aardappelen zie je vrij vaak. En ze maken erg lekker brood.


Mini mercado in Nargana.

Ook hier een walkman!
Maar een kerstdiner met vlees. Vergeet het maar. Een ander probleem, waar we tegenaan lopen is, dat je nergens kan pinnen, of met visa kunt betalen. We hadden wel een voorraadje dollars mee, maar daar komt een eind aan, als je allemaal “MOLA’s” gaat kopen. (Mola’s zijn kunstig versierde, rechthoekige lappen, die de vrouwen in hun blouses verwerken) Zij bieden ze voortdurend te koop aan, die mola’s. Er zijn prachtige werkstukken bij, die dan ook wel 30-40 dollares kosten. 

Mola's van Venancio


 


We hadden onze hoop nog gevestigd op een heuse bank in Nargana, de hoofdplaats, waar 1000 mensen wonen.  Maar ook daar: nee hoor, geen euro’s te wisselen, en geen geld opnemen mogelijk. Er zaten wel 4 beambten achter computers, het gebouw zag er nieuw, van cement gebouwd en wit-geschilderd uit, man met gevechtskleding en machinegeweer voor de deur. Maar geen geld te krijgen.
Gelukkig komt Maria uit Nederland over, zodat onze pecunia aangevuld gaat worden. Intussen doen we nu zuinig, wat in de advent-tijd natuurlijk een goede zaak is. 
Casper leest dit en vertelt me nu, dat  de vasten-tijd voor Pasen is.
OK, wij hebben onze plicht dan nu alvast gedaan.
Maar dat zijn kleine zorgen. Ondertussen genieten we hier van alle aparte dingen die we zien. Casper bestudeert en fotografeert de ULU’s, dat zijn de boomstamkano’s, die hier in grote getale rondvaren. 


Het middel  van vervoer in Kuna Yala.


Hartelijk afscheid na de verkoop van een lekkere tonijn.



De kinderen komen om "carmelo's" vragen (=snoep). 

















Meestal met vissers erin, die proberen aan de jachten hun krabben, kreeften en visjes te slijten. Krab en kreeft hebben we nog niet gedaan, want we hebben geen grote   pan, en om zo’n levende kreeft met zijn kop naar beneden in de te kleine pan te doen, totdat hij dood is, daar begin ik niet aan.
Vis wel, natuurlijk, want kip, die je in een winkeltje dood in een emmer ziet drijven, wekt ook niet echt de eetlust op.
Het scheelde niet veel, of Casper had een boomstamkano, een kleintje, gekocht van een ander jacht, voor 30 dollar. Hij liep er maar omheen te draaien, in gedachten dan. Alleen het feit, dat hij wellicht als bloembak in de tuin zou eindigen, die kano, heeft hem uiteindelijk doen afzien van dit vrijwel onmogelijke  idee. Waar had het enorme ding gestouwd moeten worden? Uiteindelijk is alleen een peddel aangeschaft, die iets eenvoudiger mee te nemen is.


Gastankje wordt gevuld.
Kuna's zijn maar 1.40- 1.50 meter lang.
Kuna vrouw met mola rond middel en wikkelrok.

De indianen zijn Kuna’s, ze zijn heel klein van stuk, we lazen ergens, dat alleen de pygmeeen in Afrika kleiner zijn. De vrouwen zijn heel kleurig gekleed, traditioneel, met een rood-oranje doek om het hoofd, een wikkelrok, en de mola-blouse, ook dragen ze een gouden ring door hun neus, en gouden kettingen. Dus, hoe arm ze nu eigenlijk zijn, dat weet je dan ook weer niet. Over het algemeen zijn de mensen erg vriendelijk. Ook als je niets koopt.















Ik wil jullie niet jaloers maken, maar er zijn hier prachtige palmstrandjes, kleine eilandjes, waar je mooi kan snorkelen. 


Zus Joki op bezoek.


Op een onbe-woo-oond eiland!
Het weer is wisselend. Het is regentijd, dat betekent enorme tropische hoosbuien, waar ook wel wat wind uitkomt, maar langzaam maar zeker wordt dat nu minder. In de loop van de maand december wordt het droger weer. Nu kunnen we bij elke bui water opvangen, via een ingenieus systeem: ons zonnescherm heeft een aftappunt met slang gekregen. Bij harde buien kunnen we wel 60-100 liter water opvangen. ’s Nachts stormen we ons bed uit om de overlopende watertankjes om te wisselen, tot verbazing van mijn zus Joki, die 2 weken met ons meevoer.
Ze is nu weer thuis, en schreef, dat een bezoek aan Albert Heijn een complete cultuurschok was.

Als overdag de zon schijnt is het heet, dan heb je een schaduwtent echt wel nodig.
Dat betekent straks dan ook: zuiniger met water doen, want voor water halen, moet je een rivier opvaren, waar je water tankt, gewoon scheppend uit de rivier. 

Deze jongen kwamen op de rivier tegen.

We lazen net een bordje, dat je zulk water moet laten bezinken, er 4 druppels chloor per liter in moet doen, of het moet koken. Wij hebben een filtersysteem in de boot: gewoon- en koolstof-filter en als je veilig drinkwater wil hebben is er een UV-lamp aan het eind van het filtersysteem: als je die aanzet gaan de laatste bacterien ook nog dood. We  hebben dan ook nog nooit iets gemankeerd, gelukkig!

Er is er een jarig!


Dit bericht ontvangen jullie vanuit Shelter Marina, een haven aan het begin van het Panama kanaal. Het bleek dat we namelijk nog een cruising permit twv ruim 200 dollar moesten kopen. Ons geld was nu dan toch wel vrijwel op, zodat we hiernaartoe gevaren zijn. Met een busje kan je naar Colon, aan de overzijde van het kanaal, naar een supermarkt worden gebracht. Je rijdt dan over de sluisdeur. Deze weg is naar verluidt de enige verbinding over de weg tussen Noord- en Zuid- Amerika. Overigens leken de sluizen wel wat op die in IJmuiden. Het geheel oogde wat vervallen, en ze zijn dan ook met de bouw van nieuwe sluizen bezig. Wachtend voor de sluis zagen we hoe een groot containerschip met behulp van 8 locomotieven uit de sluis werd getrokken. Spectaculair! Om ons heen in de jachthaven liggen allerlei jachten die zich voorbereiden op de doortocht door Panama naar de Stille Oceaan. Dat is dan wel inspirerend, maar, het is allemaal ook heel ver, wat ze gaan doen...



Bellen met onze geliefden in Nederland via de computer.
































maandag 22 oktober 2012

Van Aruba naar Cartagena de Indias, Colombia


2012-09-21, Van Curacao naar Aruba


’s Avonds zijn we vertrokken van het  Spaanse Water op Curacao naar Aruba. Het leek ons leuk om ook dit Nederlandse eiland te bezoeken. We voeren ’s nachts op met de Rotterdam, een  van de grootste zeeslepers die Nederland vroeger had. Hij voer erg langzaam, zodat we hem op een bepaald moment zelfs voorbijvoeren. Volgde contact via de marifoon, waaruit we konden opmaken, dat hij ons helemaal niet had gezien. Maar wij hem wel gelukkig, dus we  passeerden elkaar keurig. ’s Morgens bij dageraad arriveerden we op Aruba. Hebben daar enkele dagen in de haven gelegen.

In de haven!  van Oranjestad naast casino en Starbucks.

 Had Adriaan ons aangeraden: op loopafstand van Starbucks, zodat we konden mailen  en skypen, en dagelijks frozen cappucino!
Aruba  zal onvergetelijk blijven door de hartelijke ontvangst door onze collega Richard van der Wal en zijn vrouw Edith. 

Ruige noordoost kust van Aruba, met Edith en Richard.

Zij zijn de drijvende krachten achter de schildpadbescherming op Aruba. Het was erg leuk om mee te beleven hoe ze bezig zijn met het registreren van de nesten, de uitgekomen eieren, de niet uitgekomen eieren, en de nog levende schildpadjes, die nog onder het zand zitten. 

Bij het "na" graven van een uitgekomen nest vinden we nog acht levende schildpadjes.

We leerden wat feiten: van 1000 kleine schildpadjes die uit het ei komen, wordt er maar 1 volwassen. De temperatuur in een nest bepaald of de beestjes vrouwtjes of mannetjes worden.  Schildpadden hebben NUT. Ze eten kwallen.
Ook hebben ze ons rondgereden door het natuurgebied Jan Kok. Ze hebben ons meegenomen naar een grot met indianentekeningen, 

Rotstekeningen in grotten, vroeger door indianen bewoond

en tot slot hebben we de SHOKO, de Arubaanse holenuil gezien: een uil die net als een konijn in een hol in de grond woont. Het hol is vertakt, heeft veel uitgangen.

Na 5 dagen Aruba was het tijd om verder te varen: het stuk naar Cartagena heet ruig water te zijn; VALWINDEN vanaf de Andes en de LAGERWAL van de Caribische zee zorgen voor akelige klotsgolven. Gelukkig zijn er weerberichten waar de golfhoogtes op weergegeven worden. Niet vertrekken bij golfhoogtes meer dan 8-10 ft.
Hebben we dus ook niet gedaan. Wel ’s nachts hevig onweer met rukwinden en regen. Uit luiigheid stond het zonnescherm nog op. Dat met enige moeite naar binnen. We hadden al 2 reven gezet, van te voren, en de rolfok kon ook op tijd ingerold gelukkig. Omdat het zo bliksemde, de motor bijgezet en sturen op de stuurautomaat. Wij naar binnen. Af en toe kijken op de radar of de bui al overwoei. Geen scheepvaart vlak in de buurt. Die voeren dichter bij de kust. Langzaam zag je het onweer “uitregenen” verder op zee. Bleef een miezerige druilregen, die pas tegen de ochtend stopte. Weinig wind, dus motoren! Rest van de tocht steeds weinig wind. Konden af en toe stukken zeilen, moesten ook hele stukken motoren.  Na ruim 3 etmalen varen aankomst in Cartagena, waar we de PELAGIE zagen liggen, zoals afgesproken zouden zij boeken en kaarten van ons overnemen.


2012-10-20, Cartagena

Bijna 3 weken liggen we nu voor anker in de baai van Cartagena. Het meest opvallende zijn de enorme torenflats aan weerszijden van de baai, ook hebben we zicht op de grote containerhaven,  waar het werk dag en nacht doorgaat. Casper heeft het met de verrekijker in de gaten gehouden: per minuut wordt er een container geladen of gelost.
Achter de containers liggen dan weer de enorme cruise schepen.

Uitzicht op de oude stad.


Hier ging het allemaal om: het Goud van de Inca's.

Wij maar denken dat we in een 16e eeuwse havenplaats zouden liggen. Ook varen er vissertjes rond in piepkleine houten/ polyester kano's. 

Rijk en arm.

Als je goed kijkt zie je in de verte de ommuurde stad met zonverlichte koepels ook liggen. Daar hebben we nu intussen kris-kras doorheen gelopen, bijna iedere dag.
Met de taxi voor iets minder dan € 2.50 naar de viejo ciudad. ( oude stad). 


Taxi’s rijden hier in enorme massa’s rond. Hele kleine Hyunda’s zijn het. Atijd knalgeel. Vaak met airco. Want het is hier vreselijk warm overdag. Vooral zweten doe je, het druipt voortdurend van je af. Gelukkig is het regentijd, dus de zon laat zich niet altijd zien, en vaak ’s nachts regent het flink.  We hebben intussen een wateropvang systeem in het leven geroepen, dat echt prima functioneert. Gisternacht hebben we op die manier 60 liter regenwater opgevangen, en het regende niet eens lang.
In de oude stad loop je te drentelen langs kleine straten,mooie balkons met afhangende   bloemen en oude pleintjes. Hier en daar een generaal te paard: de stichter of bevrijder van de stad. Simon Bolivar. 


Er zitten duiven op zijn hoofd en schouders, rondom hem 4 spuitende fonteinen. Rondom de held staan bankjes in de schaduw. Daarop strijken we neer en kijken naar alle reuring om ons heen: talloze straatverkopers met koffie, schaafijs, kettingen, zilver, T-shirts, tekeningen van de stad, voer voor de duiven, ijs, mango, watermeloen, loten, etc. 

Schaafijs met limonade

Fruit verkoopster, jurk in de kleuren van de Colombiaanse vlag.

Rondrennende kindertjes en fotograferende toeristen. Wij zijn ook toerist, maar we zijn nu al zo lang hier, we kennen de straatjes en pleintjes al bijna allemaal. 

Oude poort

Botero




Gesprekje in het spaans.



Wat heel lekker is, en waar overal kleine cafetaria’s voor zijn, is Jugo de frutas naturales. Met een blender wordt fruit met water en ijsblokjes gemixt: heel lekker en koud, we  proberen alle smaken uit. De exotische namen van de vruchten zeggen je soms helemaal niets.


Gisteren zijn we naar het “Andere Carthagena” geweest: Met de taxi naar de vismarkt. De vis ligt natuurlijk allemaal in de zon: nergens ijs te bekennen. Wel netjes opgestapeld, dat weer wel, maar geen schaduwafdakje ook maar. 



Goed kijken waar je je voeten zet, want het plaveisel bestond voornamelijk uit afval en modder, opstapjes, pallets, trapjes, losse tegels, dat soort dingen. 


Tja !  Dit is ook een onderdeel van de markt.

Het had die nacht ook erg geregend. De zon was warm, dus een hal in gedoken. Leek koeler. Dat hadden we niet moeten doen. We kwamen in een enorme spelonkachtige griebus. Het begin leek nog wel wat: daar zat een man op de grond met een aantal levende kippen, dat zag er nog pittoresk uit. Ook liep er nog een poesje. Maar wat daarna kwam, tart elke beschrijving: rijen en rijen stalletjes met daaroverheen bruine vleeslappen, stinkend gedrapeerd, opgehangen allemaal, om te drogen?


Dit stalletje zag er veel beter uit; in de eigenlijke vleeshal was ik te geschokt om te fotograferen.

 Trachea’s, longen, lever, darmen, en de alles overheersende vleeslucht! En, zei Casper later: niets van waarde ertussen: gammele kraampjes van afvalhout, vuil, en de slagers ertussen ook vies en vuil: of ze goede messen hadden om uit te benen hebben we geen van tweeen opgemerkt. Ik wilde er ook gewoon weg. En de carneceria was tientallen meters alle kanten op. 



Gelukkig zag ik op het eind aardappelen gloren: daar op af gelopen. Zo kwamen we weer bij de groenten terecht, gelukkig.
Wat wel leuk was, was dat de mensen zonder uitzondering heel vriendelijk tegen ons waren. We waren echt de enige toeristen daar, maar werden overal vriendelijk toegelachen, soms met een klein woordje engels ertussen. Casper heeft foto’s kunnen nemen, maar om daar te tekenen, nee, dat ging niet. Je kon nergens gaan zitten voor een kopje koffie, zoals op de Noordermarkt in Amsterdam!


Het scheiden van de markt.



donderdag 20 september 2012

Bonaire en Curacao


2012-09-18, Curacao

Beste volgers, de klad zit er een beetje in, in  het bloggen. Dat komt ws omdat we de hele zomer in Nederland zijn geweest. 

Ook liggen we met het schip sinds half mei al op Curacao. Op 18 april zijn we vertrokken uit Luperon en naar Puerto Rico gevaren. Onderweg nog dat gedoe met een visnet in de schroef, maar dat allemaal gelukkig kunnen verhelpen en uiteindelijk goed en wel in PR aangekomen.
Alsmaar tegenwind aan de zuidkust, want je hebt daar de (zuid)oost passaat waar je tegenin moet. Ook dit eiland is heeft weer hoge bergen, wat betekent, dat ’s morgens, als het koeler is, de wind van landzijde komt, en de passaat nog niet heel hard doorstaat. Ook zijn we dicht onder de kust blijven varen. Dus: opstaan bij het krieken van de dag,  en hoog aan de wind motorsailen tot de volgende stop.

Het plan was de Caribische zee over te steken vanaf Salinas naar Bonaire. Vaar je vrijwel recht naar het zuiden. Ook zat de wind intussen pal in het oosten, dus was het goed bezeild. 
De tocht zou ruim 2,5 dag duren. Mooie maan. 

Samen met de Spray naar Bonaire, lange deining.

We voeren op met een ander Nederlands schip, de Spray, met Krina en Lutz, die hier in deze contreien al jaren rondvaren. 
Onderweg merkten we dat de motor geen koelwater trok. Casper ploeteren om het te maken allemaal, maar dat lukte niet  zomaar. Afgesproken met het andere jacht (over de marifoon of radio) dat als we bij Bonaire aan zouden komen, dat zij zouden helpen met aanleggen aan de boeien die daar liggen. Allemaal goed gegaan. Kwamen midden in de nacht aan. Alles kunnen zeilen. Laatste stukje naar de boei gebracht. Al met al bleek het koelwaterprobleem gemakkelijk opgelost te kunnen worden, door het deksel van het wierfilter er anders op te schroeven. ( Dit voor de technici onder ons).

Bonaire is wel prachtig hoor. Je ligt voor anker in de luwte van het eiland. Het water is glashelder. De drop-off, dit is de plek waar de zee opeens heel veel dieper wordt, ligt op hoogstens 50 meter vanaf de wal.

Zoutwinning op Bonaire

Slavenhuisje

 Overal zie je autootjes rondrijden met duikspullen in de laadbak. Hijsen de mensen zich in hun duikspullen, lopen ze zo het water in, vanaf de kant. Ik heb alleen gesnorkeld. Mooie vissen, zelfs een schildpad zien zwemmen. Ook nog een dure bril van Casper opgedoken van de bodem, (4,5 meter diep)!
 In de verte zie je het ’s avonds bliksemen boven Venezuela. 
Allemaal Nederlands eten te koop. We hebben onze voorraad glazen bij de Blokker(!) aangevuld. In een jeep rondgereden, flamingo’s gezien.
 Ja, Bonaire is echt wel een aanrader.

Suikerdiefje aan de koffietafel

Stevig hek van cactus stammetjes

Divi divi

Maar na een week zijn we verder gevaren naar Curacao, waar Wies, Marc en Brechtje ons zouden komen bezoeken. Ze logeerden bij de opa en oma van Marc, mochten hun auto gebruiken, en we hebben het eiland helemaal bekeken met z’n allen.

Op 12 juni naar Nederland gevlogen, en velen van jullie gezien en gesproken. 

Eind augustus weer terug naar de Carib. We hebben de boot in de antifouling gezet. 
En liggen hier nu al weer ruim 2 weken op het SPAANSE WATER voor anker. Hier oude bekenden bezocht, een auto gehuurd. We snappen nu eindelijk hoe Willemstad ongeveer in elkaar zit, ( ze doen hier niet aan straatnaambordjes) en hebben allerlei noodzakelijke boodschappen gedaan, die je hoogstwaarschijnlijk in de volgende landen die we gaan bezoeken moeilijker  of helemaal niet kunt kopen. Ook hebben we gemerkt dat we veel minder eten hier, het eten is in Holland zo overvloedig en LEKKER. We waren aangekomen natuurlijk.


Pontjesbrug

Handelskade, Punda, Willemstad.

Landhuis Jan Kok

Traditionele "Kas"

Steeds sneller, helemaal zelf!

Voor anker op het Spaanse Water, de luchthappers uit en uitzicht op de Tafelberg.


Het is hier erg warm. Ook weer een tegenstelling met Nederland: je klautert dan wel over je boot heen en weer, maar een stuk wandelen of fietsen, dat doen we hier vrijwel niet.  

We gaan aan het eind van de week naar Aruba vertrekken, daar willen we een paar dagen blijven, en dan door naar Carthagena, Colombia. Wat we ervan hebben gehoord en gelezen is het een van de mooiste oude Spaanse steden in het Caribisch gebied. Colombia, daar kan je tegenwoordig weer veilig naar toe, itt tot Venezuela. Dat hebben we dus overgeslagen. 
Vervolgens naar Panama, waar ongeveer de helft van het land een Nationaal Park is. 
Wij zijn van plan de San Blas eilanden te bezoeken, waar de KUNA indianen wonen. 
We zijn benieuwd!