maandag 20 juni 2011

Van St Maarten via Bermuda naar de VS

Het eiland St Maarten bestaat uit een Nederlandse en een Franse kant. In het midden is een lagune, waar je met je boot via een brug naar binnen kunt varen. Daar is een keur van marina’s, en chandlery’s, ook is er een MacDonald en zijn er wat onduidelijke supermarkten. Als je via de Nederlandse kant naar binnen vaart moet je meer betalen dan via de Franse kant. Deze dingen hoor je altijd pas achteraf. Overigens zijn wij buiten de baai voor anker gegaan, omdat je dan nog lekker even kunt zwemmen, als je het erg warm had.


Bij grote hitte: natte theedoek op het hoofd plus slappe witte hoed.
Hoe dan ook, wij waren niet erg gecharmeerd van St Maarten. We werden heel onbeschoft behandeld toen we ons bij de immigration gingen melden door een geblondeerde trien met 5 cm lange opgeplakte nagels. In tegenstelling tot wat je zou denken spreekt er geen hond Nederlands, en is alles gericht op de cruise-schepen, die hier dagelijks binnenvaren. De passagiers staan in de rij om met watertaxi’s naar de kant te worden vervoerd alwaar ze hun geld kunnen gaan uitgeven aan juwelen en snuisterijtjes. Wij vonden de Franse kant leuker, ook al, omdat je daar weer heerlijk brood kon kopen, en van die appelmoesbladerdeegbroodjes: chausson au pommes, geheten. Dat zal wel weer afgelopen zijn, voorlopig, want we gaan nu verder naar het Noorden. Bermuda is Engels, en dan verder naar Newport, Rhode Island.

De oversteek naar Bermuda is heel voorspoedig verlopen. Goede wind, niet al te vermoeiend. 5 dagen gezeild, daarna was er onvoldoende wind en hebben we nog 2 dagen gemotord. De laatste dag fors onweer, veel buien om ons heen, maar verder niets aan de hand. Keurig bij Bermuda aangekomen. Over de marifoon ons netjes gemeld: dan willen ze de wereld aan gegevens van je weten, wordt ws allemaal opgeschreven, maar als je dan daadwerkelijk binnenloopt moet alles nogmaals overnieuw gedaan worden. Hele vriendelijke mensen, wel wat formeel, echt nog Engelser dan Engels. Een prachtige baai om voor anker te liggen. Heel veel Nederlandse jachten. Met een heleboel zeilers kennisgemaakt, met sommige was het een blij weerzien, kenden we nog vanuit Suriname. Andere waren nieuwe leuke ontmoetingen. Prachtig weer, iets koeler als in de Carib, wat wel heerlijk is.



Het zoveelste maritiem museum! Oude BB motoren.

Veel mannen zien lopen in typische Bermuda-look: korte broek, lange kniekousen en zwart gepoetste schoenen.


Witte daken op Bermuda.






 Bermuda-huizen hebben zonder uitzondering wit gekalkte daken.
Ze hebben allemaal een eigen regen-opvang systeem, want het eiland is afhankelijk van regen voor zijn watervoorziening, alhoewel er nu wel watermakers zijn natuurlijk. Men klaagt steen en been over de droogte. Het kopen van water is duur. Eigenlijk is alles duur. Je betaalt je scheel in de (enige) supermarkt, maar als zeiler krijg je een discount van 5%. Bermuda-dollar=US-dollar. Overigens werd er geen alkohol verkocht in de supermarkt op zondag! Zelfs geen alkohol-vrij bier.


Casper heeft zichzelf havana's cadeau gedaan, kosten: $4,- per stuk.

Van een andere zeilboot vernomen, dat die 150 motoruren had gemaakt, al varend naar Newport. Wij dus extra dieseltankjes gekocht, om meer diesel te kunnen meenemen.


Op 1 juni waagden we onze eerste poging richting USA. Koers naar Rhode-Island, dit ligt een stukje boven New York. Na 3 dagen beuken tegen wind en stroom in en met het vooruitzicht, dat het nog een dag of 4 minstens tegenwind zou blijven, besloten we om te draaien en terug te varen naar Bermuda. Terug was met wind en stroom mee natuurlijk zo voor elkaar.

Waarom dit nu zo’n lastig stuk was, komt omdat we hier de GOLFSTROOM moesten oversteken.
 
Bermuda rechts onder in de kaart, Newport middenboven, bij de F van Fri. Wat je ziet is een infraroodopname van de watertemperatuur en stroomrichting: heel duidelijk tekent de Golfstroom zich af. 


De Golfstroom is een rivier midden in de oceaan, met bochten en al. Veel warmer als het water aan weerszijden. Daardoor is het onrustiger water, en staat er meestal meer wind. Je kan via internet kaartjes downloaden van de verwachte locatie van de G. Dat hebben we gedaan, en hij is toch wel zeker 50 Nmijl breed gebleken. Stroomsnelheid in kleurtjes erbij. We zijn de tweede keer samen met een Amerikaanse boot, de Act III van Bill en Heidi  die kant op gevaren, en hielden 2x daags radio-contact. Zij hadden een WEER-GOEROE in de arm genomen, Chris Parker geheten, die tegen betaling routering-advies gaf over de radio( niet op zondag). Daar konden wij ook van mee profiteren. De Golfstroom zorgt er voor, dat de temperaturen in West-Europa veel hoger zijn, dan op dezelfde breedtegraad hier, in Amerika. Toen we de G. eenmaal overgestoken waren, was de watertemperatuur 9 graden gezakt, er stond een koude noordoosten wind, waardoor we weer een Noordzee-gevoel kregen, waarbij de tranen uit je ogen woeien, als je je hoofd buiten de kajuit stak.

Midden in de nacht gearriveerd in Newport, waar we ons ONMIDDELLIJK moesten melden bij de immigration. Bijbootje moest van dek getakeld, wij moesten in het donker naar de kant komen. Gelukkig was het volle maan. Daar stond een overigens heel aardige customs-officer ons op te wachten. Een nogal zwaargebouwde man, die liever niet meeging naar ons schip. Dus op de motorkap van zijn auto, bij het licht van lantaarnpaal, zaklantaarn en maan, werden alle paperassen ingevuld. Om half 4 lagen we te bed. Geslapen als dooien, zou Agnes zeggen.






Er wordt hier veel kreeft gegeten, ook scallops, oftewel st Jacobsschelpen zijn erp populair.

Prachtige klassieke jachten, met enorme vlag, natuurlijk.