zaterdag 28 augustus 2010








2010-08-27, Lissabon
Nu bijna een week in Lissabon. Het is erg warm hier. Op de ankerplek zijn muggen. Je zit binnen met 32’C. Maar ik klaag niet. In het Vaderland is het herfst! De afgelopen week hebben we dagelijks de Volkskrant tot ons mogen nemen, met nieuws van Laura ( zij heeft ons ingehaald) Sail en Lowlands. En minister Huizinga die een te dure vlucht boekte, en van Amsterdam dat niets meer te maken wil hebben met de democratisch gekozen president van Suriname. Gelukkig komen wij uit Den Helder en hebben daar dus niets mee te maken, als wij straks naar Suriname gaan.
Lissabon is een leuke stad, moeten jullie beslist gaan bekijken. Heel veel cultuur, heel veel geschiedenis, ook heel modern, beter openbaar vervoer als in Amsterdam, echt waar. Heel mooi zeewater-aquarium. Voorlichtingsfilm liet zien hoe de vissen gevoerd worden. Een duiker gaat te water op het eigen plekje van de vis bv haai, manta-rog, barracuda, of tonijn. Ieder krijgt zijn persoonlijke portie vis in de bek gestopt, compleet met vitamine pil. Dit omdat het voer vanuit de diepvries is, (daardoor gaan er vitamines verloren.) Diepvries is nodig om besmetting met bacteriën/virussen tegen te gaan. Ook zagen we een vis zwemmen met een wondje op zijn zij. In de film zagen we dat dit een ONDER NARCOSE aan een tumor geopereerde vis was. Een schril contrast met de vismarkt natuurlijk. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets in Artis ook wordt gedaan. Misschien hebben we in Holland te maken met de wet op de remmende voorsprong.
Onze ankerplek is in Seixal, een klein stadje tegenover Lissabon. Er vaart een ferry. Zoiets als Amsterdam Noord aan de Waddenzee. Wel met wat meer skyline, als op het wad.
Morgen nog een dagje in een haven om te bunkeren en de was te doen. Het huishouden gaat natuurlijk door. Dan de trossen los. Onze plannen zijn wat veranderd. Eerst nog wat ankeren in de Algarve. Alleen als het daar te heet wordt varen we door naar Madeira.
Toelichting foto: graf van Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger. Casper aan tafel bij FERNANDO PESSOA, dichter. Gaat hij nu beslist iets van lezen. Blauwe (azul) tegels op een huis aan de buitenkant. Heel populair. Ons schip onder DE BRUG door.

woensdag 18 augustus 2010








2010-08-17, Figueira da Foz, Pportugal.
Vervolg: onze reis verloopt voorspoedig. Mooi weer, dikwijls ’s middags harde wind, 4-6, maar uit de goede richting. De Spaanse Ria’s waren mooi, reusachtige inhammen in een rotsachtige kust. Tegen de heuvels kleine dorpjes, wit en rood, wat bij dichterbijkomen gewoon flatgebouwen blijken te zijn. Hier en daar een dorpje geheel in oude sferen, zoals bij ons Marken en Volendam, waarschijnlijk tot stand gekomen met Europees geld. Havens, maar ook mooie ankerplekjes, een heel nieuw zeilgebied. Heel mooi gelegen bij 2 eilanden: Islas Cies, waar Casper geniet van ochtendthee. Dan naar Bayona, waar volgens ons boek ook een REPLICA VAN DE PINTA, het schip van Columbus moet liggen. En jawel hoor, we vonden het, hokje op de kade met daarin juffrouw waar je kaartjes kon kopen (2 euri’s) . Haar heb ik nog gevraagd wat de maten waren van het schip: 26m lang en 7m breed. Dat is klein hoor, niet t e geloven. Overigens werd de Pinta weinig gepromoot, geen koelkastmagneetje of bouwplaat te koop. Nee dat doen de Engelsen wel anders met hun zee-helden, dat wordt daar breed uitgemeten, tot en met een koperen plaatje op het dek waar Nelson stond toen hij werd neergeschoten. Wat dat betreft zou er in Nederland nog veel geld verdiend kunnen worden met het opkloppen van de prestaties van Tromp en De Ruyter, met een schip ( De Zeven Provincien bijvorbeeld) een koektrommeltje erbij met een zeeslag van Van de Velde, zoiets. Dat moet beslist eens opgepakt worden.
Na deze bespiegelingen waarbij ik jullie een afbeelding van Columbus himself niet onthoud, met een kistje goud uit de Nieuwe Wereld zeilden wij verder naar het zuiden, naar Viana do Castelo, in Portugal. De bosbranden waren hier actief en de smog hing dik over de heuvels. Het zag er zorgelijk uit. Toch was het daar niet het gesprek van de dag, voor zover wij dat konden verstaan, en wij verstonden natuurlijk niets, want de taal is kwa horen weer heel anders dan Frans of Spaans.
Een leuk land, vinden we, wel weer meer rommelig en” derde wereld” dan we tot dan toe hadden meegemaakt. Voor wat betreft koffie op een terras, en ook warme lunch: heel goedkoop en lekker.
De daaropvolgende stop was een lagune in de verzande kustplaats Aveiro. Een duinenkust zoals bij ons, met daarachter een sompig gebied, waar zout wordt gewonnen en mooie bootjes liggen, lijkend op de gondels in Venetië.
In Figueiro da Foz, weer een jachthaven. Deze havens aan de Atlantische kust zijn de mondingen van rivieren, en hebben alle een soort BAR in de havenmond, een ondiepte, die steeds verschuift, en waar vele horror-verhalen over staan in de boeken. Monstergolven en zo. Gelukkig viel het mee, wij hadden een kalme zee.

woensdag 4 augustus 2010









2010-07-31, Voor anker in Camariña, Galicië
Een vervolg. Na een heerlijk weekje met de kinderen en ons kleinkind, waarbij geen onvertogen woord gevallen is, en de boot als het ware meerekte met de bemanning, hebben we ze uitgezwaaid boodschappen gedaan en alles gereed gemaakt over de oversteek over de Golf van Biscaye. Wacht lopen en om de beurt slapen, 4 uur op, 4 uur af. De afstand was ongeveer 350 zeemijl, en we hebben er 3 dagen en 2 nachten over gedaan. Onze dieptemeter meet maximaal 200 meter diepte, maar op de kaart zag je dat je echt over diep water gaat, meer dan 4000 meter diep. Er komen dan ook walvissen, dolfijnen en zo voor, en ook varen er onderzeeërs ( niet gezien of gevoeld) . Casper heeft 2x dolfijnen gezien, ik alleen meeuwen, en verder uit de kust zie je ook geen vogels meer. Het waaide uit het Noorden, als je naar het Zuidwesten moet is dat natuurlijk prima. Onderweg steeds opletten op andere scheepvaart ( een paar vrachtschepen) en als de wind draait moet je het zelfstuurmechanisme, een zogenaamde “windvaan” bijstellen, want je hoeft niet met de hand te sturen. Dat zou over zo’n lang stuk veel te vermoeiend zijn. De eerste en de derde dag stond er een dikke bries, ook flinke golven. Niet bepaald “hoe zachtkens glijdt ons bootje”. Een huishoudentje drijvende houden komt daar nog bij, want je wilt wat eten en drinken in die slingerende omgeving. Ondertussen ligt de ander dan te slapen, ook al knarst de stuurautomaat, giert de wind door het want en sissen de golven voortdurend, afgewisseld met een boens als er eentje tegen het schip knalt, en met een zwiep surft de boot van iedere golf af.
Om 12 uur ’s nachts kwamen we aan in “La Coruña”. In een grote baai, met allemaal lichtjes. Intussen was de wind gaan liggen, en voeren we voorzichtig in het donker naar de haven. Warme “landgeuren” kwamen je tegemoet.
Vanuit La Coruña een dag per sneltrein naar Santiago de Compostela. Helemaal leuk om daar te lopen temidden van talloze pelgrims met rugzakken, stokken, vele strompelend naar de kathedraal, waar om 12 uur ’s middags een mis voor de pelgrims werd opgedragen, door de bisschop. De kerk was barstensvol, er waren 10 biechthokjes in gebruik, waar de mensen ( pelgrims) op hun knieen, zonder enige privacy met de priester praatten. Je kon in alle talen terecht, maar niet in het Nederlands.
Tussen de middag krijg je een fles drank om in je koffie te doen, na het warme eten. Brievenbus curieus, een leeuwenkop. Maria met kind, met de H. Clara en de H Catherina, haar vriendinnen, aldus Casper, ook een prachtig relief van het laatste oordeel.
Onderweg bak ik brood, volgens Phia’s recept, hoef je niet te kneden, heel goed gelukt, met rozijnen erin.
Nu op ankerplek, met zo’n harde wind, dat we de haven niet binnen durfden varen, bang om schade te krijgen. Het brood komt dus goed van pas.